De Bunkerslag
animatie_bunkerDe bunkerslag is de laatste basistechniek. Je hebt op een golfbaan 2 soorten bunkers, de fairway-bunkers en de greenside-bunkers. De fairwaybunker bevindt zich halverwege de hole en is bedoeld om de afslag moeilijker te maken. Wijkt de slag van de Tee af dan heb je grote kans dat de bal in een fairwaybunker terecht komt. Uit deze bunkers sla je, als dit kan, gewoon met de club die je nodig hebt voor de afstand mits de rand van de bunker dit toelaat. In de greensidebunker dus vlak bij de green sla je met de Sand-Wedge; dezelfde club waar je mee pitcht. De Sand-Wedge is speciaal ontworpen voor de bunker. Deze heeft namelijk meer bounce onder het clubblad waardoor deze makkelijker door het zand glijdt en dus minder weerstand heeft van het zand. De grip en stand zijn hetzelfde als bij de fullswing.

De bal ligt éénderde van links en je begint met het gewicht ook iets op links. De beweging is ook hier weer een maximale draaibeweging vanuit schouders en heupen. Wat je probeert in de bunker is het zand onder de bal uit te slaan. Het zand tilt de bal uit de bunker. Je slaat ongeveer 5 centimeter voor de bal het zand in. Omdat je het zand raakt, krijg je weerstand van het zand en zal de bal niet zover gaan als je denkt. Daarom moet je ook meer snelheid maken dan normaal om dezelfde afstand te halen en de weerstand te overwinnen. Doe je dit niet dan komt de bal niet uit de bunker. De vertrekhoogte van de bal wordt bepaald door de hoek van het blad (loft) en de snelheid waarmee je het zand wegslaat. De loft van de club kun je vergroten door het clubblad open te draaien (draai het clubblad 45 graden naar rechts in je hand).

Zo zal de bal een hogere vertrekhoek hebben en heb je minder weerstand van het zand waardoor je ook bij een hoge voorrand van de bunker de bal eruit kunt slaan. Hou er wel rekening mee dat als je je clubblad opendraait, je moet compenseren met je voetenstand, ook iets open dus.