Putten
animatie_puttenPutten is de techniek die je gebruikt op de green. Met de putter probeer je de bal in de hole te laten rollen. Putten doe je vanuit een zogenaamde pendulebeweging. Dat betekent dat je de armen en putter in één geheel voor je lichaam laat bewegen van rechts naar links als de slinger van een klok. De beweging komt vanuit je schouderdraai. De achter en doorzwaai zijn ongeveer even groot. De meest gebruikte grip is de “reverse overlap” (Zie foto). De Houding is voorover gebogen tot je linkeroog recht boven de bal zit. Kniëen uit het slot en de handen onder de schouders. De balpositie is iets links van het midden tussen de voeten. Er zijn twee factoren van invloed bij het putten. Namelijk snelheid en richting. De snelheid wordt bepaald door de grootte van de pendule. De richting, het oplijnen dus, kun je van tevoren bepalen door het streepje wat op de bal zit (een woord is een streep) in de speelrichting te leggen, dus niet altijd naar het doel. Houd rekening met het reliëf in de green. Loopt de green naar links af, speel dan rechts van de hole; loopt de green naar rechts af, speel dan links van de hole. Hoeveel is ervaring. Zet je voeten- en schouderlijn parallel aan de doellijn. Van tevoren bepaal je de lengte en richting maar als je put, kijk je niet meer op. Denk ook niet dat je alles in één keer kunt holen, maar speel conservatief. Leg de bal met de eerste put binnen een halve meter van de hole dan gaat de bal er met putt 2 meestal wel in.